Close

Atria (Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis) en Ipsos I&O in opdracht van het ministerie van BZK

Online geweld

Vrouwen zijn nog steeds ondervertegenwoordigd in de Nederlandse politiek. Het internet is een belangrijk platform voor groepen die ondervertegenwoordigd zijn. Zo kunnen sociale media voor politici of mensen met politieke ambities een manier zijn om hun zichtbaarheid te vergroten, om in contact te komen met burgers en om een groter en meer divers publiek te bereiken. Tegelijkertijd zijn er steeds meer aanwijzingen dat vrouwen in de politiek onevenredig vaak en hard geraakt worden door haat, agressie en geweld in online media. Of de aard, omvang en gevolgen van online agressie en geweld verschillen tussen vrouwelijke en mannelijke Nederlandse politici is echter nog niet eerder grootschalig onderzocht.

In dit rapport onderzoeken Atria en Ipsos I&O, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, verschillen tussen mannen en vrouwen in de (decentrale) politiek in de omvang en aard van online agressie en geweld, de eventuele gevolgen en de wijze waarop zij hiermee omgaan. Hiertoe voerden we een literatuuronderzoek uit, en een kwantitatieve analyse van de Monitor Integriteit en Veiligheid (MIV) 2022. Voor deze monitor beantwoordden 3.033 politieke ambtsdragers (2.175 mannen en 857 vrouwen) in het decentraal bestuur (gemeenten, provincies en waterschappen) vragen over de mate waarin zij te maken kregen met agressie en geweld door burgers en de wijze waarop hier beleidsmatig mee is omgegaan.

Onder online agressie en geweld verstaan we verbale agressie (zoals schelden, kwetsen, kleinerende of discriminerende opmerkingen) of bedreiging en intimidatie die online wordt geuit (via e-mail of sociale media).

Op basis van dit onderzoek concluderen we dat vrouwelijke politici in het decentrale bestuur significant vaker slachtoffer zijn van online agressie en geweld dan hun mannelijke collega’s. Het meemaken van online agressie en geweld, maar ook het risico daarop, heeft reële gevolgen voor hun gedrag en functioneren, en op hun socialemediagebruik in het bijzonder. Ook lijkt de omgang met (online) agressie en geweld door hun professionele omgeving minder goed aan te sluiten bij de behoeften van vrouwelijke politici: vrouwelijke politici zijn minder tevreden met de manier waarop hun organisatie omgaat met incidenten van agressie en geweld.

Online agressie en geweld beperkt vrouwelijke politici in hun functioneren en hun vrijheid om zich in het publieke debat uit te spreken, en kan daarmee de politieke vertegenwoordiging van vrouwen in de politiek en de democratie als geheel schaden. Een effectieve aanpak van online agressie en geweld in de politiek houdt rekeningen met de in dit onderzoek gevonden verschillen in de prevalentie, aard en gevolgen van online agressie en geweld tussen mannen en vrouwen en de daaruit voortkomende verschillen in (ondersteunings)behoeften.