Close

Instituut Politieke Wetenschap Universiteit Leiden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Gemeenteraden in Europa

In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het Instituut Politieke Wetenschap van de Universiteit Leiden onderzoek gedaan naar de grootte van gemeenteraden in Europa. De centrale vraag in dit onderzoek is in hoeverre de grootte van Nederlandse gemeenteraden overeenkomt met (of afwijkt van) het algemene patroon van raadsgrootte in Europa. Zo wordt een empirische bijdrage geleverd aan de verkenning van het nut en de noodzaak van het uitbreiden van Nederlandse gemeenteraden.

Er is hier gekeken naar de relatie tussen het inwonertal en de raadsgrootte in de 27 lidstaten van de Europese Unie en drie West-Europese landen die hieraan grenzen.

De belangrijkste conclusies van dit onderzoek zijn:

1) Nederlandse gemeenteraden zijn structureel significant kleiner dan gemeenteraden van gemeenten van vergelijkbare grootte elders in Europa;

2) Kleinere gemeenten in Nederland (alle gemeenten met minder dan 80.000 inwoners) hebben een veel kleinere raad dan gemeenten van vergelijkbare grootte elders in Europa. Dit betreft 294 gemeenten in Nederland;

3) Grotere gemeenten in Nederland (alle gemeenten met meer dan 100.000 inwoners) hebben ook een aanzienlijk kleinere raad dan gemeenten van vergelijkbare grootte elders in Europa. Dit betreft 32 gemeenten in Nederland. Dit komt omdat raden na 100.000 inwoners in Nederlandse gemeenten nauwelijks meegroeien met het inwonertal.

Hierbij is het belangrijk op te merken dat er geen objectief optimaal aantal raadsleden per gemeente is. Belangrijk is dat ‘’… [Een raad] groot genoeg [moet] zijn om werkelijk representatief te zijn, om te zorgen voor een deliberatie van de publieke zaak, om te voorkomen dat deze overheerst wordt door corrupte invloeden … Anderszijds moet een raad klein genoeg zijn om capabele mannen en vrouwen te werven, om verwarring te vermijden en actie versnellen, om een te sterke bemoeienis van de leden met administratieve details te voorkomen en verantwoordelijkheid te nemen voor acties en inacties.”